Welke korte laars past bij jouw been?

Voor elk been wat wils!

Een korte laars: wie heeft ze tegenwoordig niet? Toen ik klein was, bestonden ze volgens  mij nog niet maar inmiddels zijn ze al jaren niet uit het straatbeeld verdwenen. Een blijvertje, net als de skinny broek. Niet gek natuurlijk, want door een skinny met een korte laars te combineren, kun je de beruchte horizontale contrastlijn vermijden! Gaandeweg zijn steeds meer vrouwen ze ook bij rokken gaan dragen. Niet altijd even fraai naar mijn mening, dus ik vond het een goed idee van Bets om een blog te maken over korte laarsjes.

Want niet elke korte laars is hetzelfde: ze verschillen qua wijdte van de schacht, qua hak, neus en natuurlijk de kleur. Ik begin met de schacht. Meestal is een schacht die iets wijder is dan je been, het mooist. Een hele wijde schacht zal je been smaller doen lijken, terwijl een strakke schacht je been dikker maakt. En alles wat strak om je lijf zit, doet je meestal dikker lijken. Vergelijk deze twee dames maar eens met elkaar.

De wijdere schacht staat iets mooier, toch? En door de V-uitsnijding in de schacht voor en achter lijk je langer (de verticale lijn). Kijk bij deze modellen ook even naar de neus van de schoen. Beide neuzen zijn puntiger, en dat verlengt het been. En dat is dus fijn als je benen aan de stevige kant zijn. De volgende dame heeft stompe neuzen en je ziet het verschil.

En dan komen we op de kleur van de laarsjes. Alle drie de dames hebben redelijk witte benen en dragen hierbij een zwarte laars. Dit geeft een vette contrastlijn; een laars in een lichte kleur zou veel mooier staan. Kijk hier maar eens naar.

Iets donkerder had ook gekund; de identieke kleur van jurk en laars zorgt voor een relatie tussen beide en het oog gaat hierdoor sneller omhoog: de contrastlijnen (bij de laars en de rok) vallen minder op.

De vorm van de hak bepaalt eveneens of een laarsje bij jouw been past. Hoe steviger je been, des te steviger de hak mag zijn. Bij de allereerste foto is goed te zien dat de smalle hak niet zo fraai staat bij haar stevige kuiten. De verhouding is zoek. Omgekeerd staan laarsjes met blokhakken en dikke plateauzolen niet mooi bij vrouwen met dunne benen. Ze vormen ”een blok aan haar been”.

Het hierboven beschreven geldt onverkort ook voor de combinaties van broeken met korte laarsjes. Bij broeken speelt de lengte van de broek ook een belangrijke rol. Bij een broek met een strakke of  (weer hip) een taps toelopende pijp kun je er voor kiezen om de broek op de laars of net erboven te laten eindigen.

Een te lange broek kun je omslaan; vooral bij jeans zie je dat veel. Je hebt dan, afhankelijk van het kleurverschil van de binnenzijde en de dikte van de vouw, wel een contrastlijn. Maar als je benen lang genoeg zijn, kun je dat doen. Je ziet er dan in ieder geval stoer uit!

Meestal is een omgevouwen pijp mooier dan als de broek in rimpels op je laars blijft hangen. Daardoor lijk je nl zeker korter.

Een broek met een wijde pijp hoort over de laars: liefst zo laag mogelijk tot de grond. Dan lijk je langer en dus slanker.

Nog vragen? Stel ze hieronder.